Tweede Kamer plenair dinsdag 24 januari 19:00-22:30
Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met het toevoegen van decentrale loting als selectiemethode voor opleidingen met capaciteitsfixus in het hoger onderwijs(35765) tweedekamer.nl/debat_en_verga… Oude tijden herleven.

Die oude tijden verzameld, maar dan wel NA 1726: zie hier benwilbrink.nl/projecten/lote…
https://benwilbrink.nl/projecten/loten_nf.htm
De auteurs laten zien hoe de wortels van de staatsloterij liggen in de oplossing van een verdelingsprobleem op de markt van Brugge: wie mag er een kraam plaatsen? Een numerus fixus uit de middeleeuwen.
Verdelingsproblemen, zie bv. H. Peyton Young (1994) press.princeton.edu/titles/5379.ht…
Raad van State: tweedekamer.nl/debat_en_verga… Blijkt geen idee te hebben waar het over gaat:
“Invoering van ongewogen loting staat echter ver af van het uitgangspunt van de juiste student op de juiste plaats en zou daarom niet als zelfstandig selectiemiddel moeten worden ingevoerd.”
Want waar gaat het dan wél over: een billijke verdeling van schaarse plaatsen. Over wat ‘billijk’ is, heeft de TK al eens zeer, zeer uitvoerig gediscussieerd (1975), en uiteindelijk een compromis bereikt: de gewogen loting. De Raad van State vindt zelf het wiel wel uit, toch?
Dit advies van de Raad van State is een zootje ongeregeld. Met alle respect hoor, maar de Raad toont hier een schrijnend gebrek aan expertise op het thema van selectie-aan-de-poort bij numerus fixusstudies. Een stapeling van onzorgvuldige uitspraken in dit advies. Tjonge jonge.
Onbegonnen werk dit advies punt voor punt te corrigeren. De kamerleden zijn gewaarschuwd. Op specifieke vragen geef ik graag per kerende tweet antwoord.
Oh ja, op staatsrechtelijke kwesties geeft de Raad niet thuis. In ons stelsel is een NF uitzonderlijk, dus ook de verdeling.
Ik begrijp niet dat de Raad van State 10 bladzijden nodig heeft voor het advies. Gewogen loting is in 1975 kamerbreed aangenomen, natuurlijk is dit ook anno 2023 een mogelijkheid voor verdelen van plaatsen. Oké, doen. Integraal loten: in de 60er en 70er jaren niet ongebruikelijk
bij toelating tot hoger beroepsonderwijs waar vaak (veel) meer aanmelders dan plaatsen beschikbaar waren. Ik heb nooit gelezen dat daar problemen mee waren. Wanneer daar goede argumenten voor zijn: natuurlijk kan integraal loten ook worden ingezet. Klaar. Een advies van 1 A4.
Het voorstel van Wet 12 maart 2021 staat nu dinsdag op de agenda (waarom pas nu: het was ivm demissionair kabinet controversieel verklaard). Hier ophalen: tweedekamer.nl/debat_en_verga… Kern van de zaak: de wijziging van Artikel 7.53 van de WHOWO

Ik heb de toelichting nog niet gezien, maar ik zal mijn eerste indruk hier geven. Ik vind dit bizar. Het is een poging om decentrale selectie centraal te regelen. Dit is detail-regelgeving bij wet; niet doen. Geef gewoon de ruimte om ook loting te hanteren, gewogen of niet.
De toelichting op het voorstel van wet is weer een behoorlijke lap tekst, waarin ik geen expertise op het gebied van selectie in onderwijs vrees te herkennen. Ik ben moe, ik wil er eigenlijk niet aan. Waarom lukt het OCW niet om deskundigen te vinden die helderheid verschaffen?
Ik denk terug aan de behandeling van het wetsvoorstel loten in 1975. Staats Ger Klein had zich goed in de materie verdiept. Woordvoerder voor de PvdA Kees Kolthoff was kort tevoren nog mijn diensthoofd aan de UvA, en uitstekend op de hoogte van de argumenten over en weer.
Die argumenten waren niet allemaal even briljant, maar het was iedereen hopelijk wel duidelijk dat de argumenten voor loten vooral kwamen van lieden met een achtergrond in psychologische selectie die konden aantonen dat selectie in deze NF-situatie geen winst op zou leveren.
Oppositie tegen loten was er ook bij een oudere garde: De Moor, A.D. de Groot, en Wiegersma. Maar ook De Groot was mordicus tegen het inzetten van psychologische tests en interviews, en gaf ook toe dat selectie op eindexamencijfers niet echt iets op zou leveren.
Vergelijk dat met wat we nu hebben: iedereen heeft zich ermee bemoeid, niemand heeft greep op deze lastige materie. Robbert Dijkgraaf zal het voorstel van wet verdedigen. Begrijpt hij wat op het spel staat? Of denkt hij, met Vincent Icke, dat loten maar mallotig is? (zijn pun)
Ik denk altijd dat politieke keuzen pas zijn te maken wanneer de feiten (of de mogelijke scenario’s) bekend zijn.
Bij kwesties van toelating tot het ho (NF-studies) lijkt het wel eens omgekeerd te zijn.
Ik begrijp het wel, feiten zijn soms lastig als feiten te herkennen.
Ik lees in een Inspectierapport over decentrale selectie-aan-de-poort:
“Wel mogen opleidingen in bepaalde gevallen selecteren. Daarbij is het van belang dat studenten bij gelijke geschiktheid een gelijke kans hebben.” (Alida Oppers)
Dat geloof je toch niet. Wat een amateurisme.
Ik ben bang dat de Inspectie (de inspecteur-generaal van het Onderwijs) met deze onzin velen op het verkeerde been heeft gezet. Ik kwam de verwarring immers ook al tegen in het advies van de Raad van State.
‘Onzin’: het stopt het denken over hoe de schaarste te verdelen.
De Memorie van Toelichting dan. 1e alinea, over Decentrale LOTING: “Hierdoor kunnen universiteiten en hogescholen per opleiding meer
MAATWERK toepassen bij het inrichten van selectieprocedures en wordt
beoogd de kansengelijkheid voor aspirant-studenten te vergroten.”
Eerst maar even over die gelijke kansen: bij integraal loten zijn die kansen gelijk, dus ongeacht ‘geschiktheid’.
Maar dat is in flagrante strijd met de Inspectie-ideologie van ‘bij gelijke geschiktheid een gelijke kans’.
Loten we alleen bij gelijke geschiktheid? En wat is dat?
Tja, laat maar zitten. Over dat idee van ‘geschiktheid’ is al wel het een en ander geschreven, zoals in een publicatie van de Academische Raad in 1964 over numeriek rendement. Geintje, het rolt er zomaar uit. Serieus: begin over ‘geschiktheid’, en we lullen ons helemaal vast.
Punt is, bij deze 1e alinea van de MvT: loting als instrument voor het eerlijk verdelen van schaarste wordt hier verengd tot instrument voor maatwerk en kansengelijkheid. Alsof de loting iets moet DOEN, zoals tests en interviews iets DOEN. Loting is juist AFZIEN van DOEN.
Voor loten kunnen tal van redenen zijn, perk dat niet op voorhand in, al helemaal niet bij wet. Bij gelijke gevallen en een schaars en ondeelbaar goed is loten onvermijdelijk (eindeloos delibereren komt immers op hetzelfde neer).
Prinpiële kwestie: wanneer zijn gevallen gelijk?
Bijvoorbeeld omdat uiteindelijk succes in het betreffende beroep onvoorspelbaar is ogv. beschikbare data.
Of omdat in ons stelsel iedereen (met eindexamen) even toelaatbaar is, dus evenveel aanspraak heeft op schaarse beschikbare plaatsen.
enzovoort
Ben ik begrijpelijk?
Wat overal elders een numerus clausus heet, noemden we in ons polderland een numerus fixus (eufemistisch bedoeld?), en heet in deze MvT een capaciteitsfixus. Ik doe een dringend beroep op de wetgever om niet telkens nieuwe begrippen te gebruiken voor hetzelfde fenomeen.
Ik hecht wel aan een juiste weergave van de voorgeschiedenis. In 1999 werd ook decentrale selectie voor een deel van de beschikbare plaatsen toegestaan. Dat was op basis van het advies van de Cie. Drenth, vermeld dat dan ook. Rapport Drenth:
https://archief06.archiefweb.eu/archives/archiefweb/20180223160427/https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/rapporten/2008/02/18/gewogen-loting-gewogen/gewogen-loting-gewogen.pdf
Daar moet ik bij vermelden dat het advies van de Cie Drenth mede tot stand is gekomen onder druk van premier Wim Kok en minister Jo Ritzen. Cie-vz Pieter Drenth heeft zich in de NRC later verontschuldigd voor dit zwichten onder ongepaste politieke druk.
Scholier krijgt meer grip op eigen lotHet eindexamen wordt in de plannen van de commissie-Drenth vanaf het schooljaar 1999/2000 een cruciaal moment. Scholieren die hoge cijfers halen zijn verzekerd van een plaats bij studies met een stude…https://www.nrc.nl/nieuws/1997/02/26/scholier-krijgt-meer-grip-op-eigen-lot-7343915-a558008?t=1674559924
Het voorstel van de Cie-Drenth/Kok/Ritzen was een afschuwelijk gedrocht waarover scherp is gedebatteerd in de media en de politiek, zie publicaties in 1997 hier: benwilbrink.nl/projecten/lote… Er was weerstand tegen het zo drastisch loslaten van de gewogen loting ten gunste van enkelen.
http://www.benwilbrink.nl/projecten/loten_nf.htm#1997
De ingezonden brief van Drenth over het onder druk zetten van zijn commissie door het kabinet vind ik in het archief van NRC niet terug. Wel een toepasselijk stuk uit 2004: ‘Selectie aan de poort werkt niet’ nrc.nl/nieuws/2004/04… Dus hou op met moeilijk-doenerij over kansen.
Selectie aan de poort werkt nietHet is een misverstand te denken dat het studierendement een hoge vlucht neemt wanneer aankomende studenten eerst alle mogelijke tests moeten afleggen, voordat zij tot de studie van hun keuze worden t…https://www.nrc.nl/nieuws/2004/04/08/selectie-aan-de-poort-werkt-niet-7681525-a420083
Even kort knal boem dan.
Als er te weinig IC-bedden zijn, wie krijgen die dan? Kijk: dat is een kwestie van rechtvaardig verdelen van schaarste, en een verdomd lastige. Even wat roepen over gelijke kansen gaat dit niet oplossen.
Een fixus voor geneeskunde is ook ernstig.
Een vraag waar te makkelijk aan voorbij is gegaan: waarom zouden kandidaten met hogere eindexamencijfers of een mooiere motivatie-brief of een betere babbel in het interview méér recht hebben op een schaarse studieplaats dan anderen? Nou? #meritocratie De vloek van verdienste.
Waarom verdiepen weinigen zich in die vraag? Boektitels die toevallig voor me liggen: Triage and justice – Pursuing equal opportunities – A theory of justice – Desert – What do we deserve? – Making all the difference – Justice and the politics of difference – The idea of justice.
Loten? Kijk: Random justice – Justice by lottery – From chance to choice – Lotteries for education. Origins, Experiences, Lessons – The nature and uses of lotteries – The political potential of sortition – The Genetic Lottery: Why DNA Matters for Social Equality – Moral luck.
Terug naar de MvT, die meldt: “Het decentraal selecteren van aspirant-studenten op basis van kwalitatieve criteria heeft tot doel om de meest geschikte student op de juiste plek te krijgen.” Wat geen bijster zinvolle uitspraak is. Begrijpt u waarom dat zo is? Welke wet zegt dit?
De MvT verwijst naar 2013, en dat klopt. zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33519-3.ht…) De MvT op een wetswijziging zegt: “Het wetsvoorstel is erop gericht de juiste student op de juiste plaats te krijgen. Er worden nieuwe regels voorgesteld voor aanmelding en studiekeuze. vv
De bestaande mogelijkheden tot het stellen van specifieke aanvullende eisen, als die nodig zijn voor de opleiding, worden beter benut.”
Ik lees die 2e zin toch echt als een toelichting op wat met ‘de juiste student op de juiste plaats’ is bedoeld, en dat is echt iets anders vv
dan wat de MvT 2021 daarover meldt, terwijl daar toch terug wordt verwezen naar de MvT van 2013. Ik val van mijn stoel, verdomd. Zo wordt allerlei rare selectie het onderwijs in gerommeld. Is dit nu een ongelukje, een moment van onoplettendheid? Ik geloof er niets van. Brrr.
Weet u, er wordt in het debat over toelating tot numerus fixusstudies (ik houd maar vast aan de term die 50 jaar is gebruikt) vaak een type argument gebruikt dat ik niet anders kan typeren dan als ‘détournement de pouvoir’: van een bevoegdheid/gelegenheid gebruik maken om iets
anders voor elkaar te krijgen. Ik zal dat uitleggen. Een numerus fixus is een noodsituatie in ons onderwijsbestel. Dan moeten de schaarse plaatsen dus wel op een billijke wijze verdeeld worden. Dat is al lastig genoeg. Maar dan bedenken deze en gene dat het toch mooi zou vv
zijn om de plaatsen zó te verdelen dat het rendement van de betreffende opleidingen verbetert. Ik heb dat wel eens lijkenpikkerij genoemd. Demagogisch, natuurlijk. Maar waarom zou geneeskunde worden toegestaan wat wiskunde niet mag doen: selecteren op eindexamencijfers.
Gebruiken van een bevoegdheid voor iets anders dan waar de bevoegdheid voor is bedoeld, dat is misbruik. Het is een belangrijk algemeen beginsel van behoorlijk bestuur, en speelt vooral in het bestuursrecht een belangrijke rol. Maar de wetgever realiseert zich dit probleem niet.
NF loten Z. El Yassini (VVD) kan niet loskomen van zijn eigen anecdotes, en ontkent daarmee de resultaten van de Inspectie die juist een breder onderzoek heeft gedaan. Ernstig, want de VVD wil 25% ‘uitselecteren’ . Hij is perfect in de war over de ‘hard werkende student’.
Even snel waarom dan: ‘hard gewerkt hebben’ is niet valide toetsbaar in decentrale selectie. Evenmin als motivatie dat is.
En ter geruststelling van de VVD-woordvoerder: we weten echt alles al, en al heel lang: in de selecte groep die in NL universitair gaat studeren, is studiesucces nauwelijks voorspelbaar ogv. de data die bij de start beschikbaar zijn. Wetenschap, beste mensen. Luistert eens.
Ik word wel weer wanhopig van dit debat, ook al doen Westerveld, De Hoop en Kwint geweldig hun best.
Ik begrijp dat politici geen experts kunnen zijn op dit onderwerp van selectie. aarom geven zij geen opdracht om 3 of 4scenario’s uit te werken, om daar politiek uit te kiezen?
Er ligt een ‘kKlaas Visser model’ amendement van VVD en CDA om 25% meteen toe te laten, 25% meteen af te wijzen, en de middenmoot te laten loten.
Dit is, ook historisch gezien, krankzinnig. Dit heeft geen enkele commissie ooit aangedurfd, hoezeer ook overwogen.
Heldere inleiding van Robbert Dijkgraaf: loten is gewoon een extra instrument in de toolbox.
Diversiteit. De gewogen loting sinds 1975 heeft tot resultaat gehad dat gedurende de laatste drie decennia meisjes vaker zijn toegelaten tot fixus-studies dan jongens. Dat heet discriminatie. Ger Klein waarschuwde er al in 1975 voor. Het is vooral bij geneeskunde zichtbaar.
Ook als er maar kleine gemiddelde verschillen zijn tussen twee groepen, zal er een discrimatoir effect zichtbaar worden bij topselectie van bijv. de 25% in het Visser model. Zie voor de methodologie: benwilbrink.nl/publicaties/94…
Over enkele minuten de 2e termijn van de minister.
Ik wijs er nogmaals op, voor al die kamerleden die de decentrale selectie willen evalueren en monitoren om te zien wat het resultaat is: we weten al sinds onheuglijke tijden dat deze decentrale selectie in de NL situatie
niets oplevert. Dat is ook in de 70er jaren de belanrijkste inbreng vanuit deskundige hoek geweest. Begin deze eeuw dacht het CvB Leiden er anders over, heeft het wel laten onderzoeken, en moest erkennen: selectie-aan-de-poort is niet zinvol mogelijk. Doe het niet.
Pieter Drenth heeft in de Duijkerlezing 1996 uitvoerig betoogd dat selectie-aan-de-poort in de specifieke NL situatie, bij een fixus, niet zinvol mogelijk is. De ministeriële cie. onder zijn vz-schap kwam onder druk van Kok en Ritzen tot een iets ander oordeel.
Bij enkele andere gelegenheden sindsdien heeft Drenth nog maar eens herhaald dat zinvolle selectie-aan-de-poort in specifiek NL omstandigheden niet mogelijk is. Laten we dus niet net doen alsof we niet weten dat decentrale selectie een verlies-verlies zaak is. Amen.
Nog enkele tweets in zijlijnen:
De wet wil te veel centraal regelen voor wat juist decentraal is gemaakt. VVD en CDA schieten daar al helemaal ver in door. Wees dan consequent, en draai de decentrale selectie terug, regel de toelating weer centraal. Zwalkend beleid heet dat.
Het amendement VVD en CDA, het Klaas Visser model dat meteen 25% qua eindexamencijfers laagst scorenden meteen uitselecteert, zou zomaar kunnen betekenen dat iemand met lage eindcijfers voor geen enkele studie met een fixus meer in aanmerking komt. Dat is een wezenlijke beperking van onderwijsrechten, volgens internationale verdragen die NL heeft onderschreven.
Recht op onderwijs, waarvoor je de capaciteiten hebt. Dus ook hoger onderwijs. Niet voor specifiek deze of gene opleiding. Maar wanneer een behoorlijk aantal opleidingen ‘gesloten is’ met een fixus, perkt dat recht op onderwijs wel degelijk in.
Iets vergelijkbaars speelde ooit voor de federale overheid in de VS: daar werd overal eenzelfde selectieve test gebruikt. Eenmaal afgewezen op die test, dan wist je dat je kansen voor andere functies ook in rook konden vervliegen. Daar is op ingegrepen. (geen bron bij de hand)
Terugkijkend op het debat en de stukken ervoor.
Terugkijkend op het debat, en de belangrijkste stukken die ik langs zag komen (advies Raad van State, Voorstel van Wet, onderzoekrapport Inspectie dat vrijdag bekend werd) moet mij van het hart dat ik vrijwel nergens herken dat relevante beschikbare NL expertise is benut.
Het is toch wel een ernstig tekort van bij al deze actoren. Tenslotte gaat het om complexe materie, zoals een halve eeuw discussie duidelijk had kunnen maken. Dan moet er wel kennis zijn DAT er al een halve eeuw over is gediscussieerd. Ik verwijt het ook de zwijgende experts.
Dat was in de 70er jaren, toen het numerus-fixusdrama zich ontrolde, toch anders: er was expertise bij de universiteiten, en die experts lieten zich ook horen. Ik schreef, met Hans van der Vleugel, het standpunt van de gezamenlijke researchcentra: https://benwilbrink.nl/publicaties/74HetLotCRWO_OvO.htm
Even voor de duidelijkheid: er is voor het ho veel veranderd sinds de 70er jaren, maar de zin en onzin van examencijfers, tests, en interviews bij selectie-aan-de-poort zijn nog hetzelfde. Laat u niet wijsmaken dat publicaties ouder dan 5 jaar niet meer bij de tijd zouden zijn.
Ik roep alle betrokkenen bij deze selectie-aan-de-poort van fixus-studies op te rade te gaan bij deskundigen om de feiten op een rij te krijgen, zo mogelijk in verschillende scenario’s, alvorens politiek te besluiten over wat wenselijk is. Ipv. op eigen gezond verstand te bouwen.
Waar haalt u relevante kennis?
Dan blijft dus de vraag: waar haalt u de relevante kennis vandaan? Het is een vraag waar ook rechters voortdurend mee worden geconfronteerd: wie zijn de juiste experts in deze zaak? Dat is een lastige, want waar haal je als niet-expert een goed antwoord op die vraag?
Het mag duidelijk zijn dat u voor relevante kennis over toelating bij fixus-studies te rade moet bij meerdere disciplines. Om er meteen maar één te noemen: Uit het maatschappelijk debat tot 1997 (https://benwilbrink.nl/publicaties/97OpsommingDrenth.htm) blijkt dat opvattingen over wat eerlijk is een belangrijke rol spelen. Zet een aantal willekeurig gekozen landgenoten bij elkaar in een burgerberaad (Eva Rovers https://decorrespondent.nl/nuishetaanons), en die opvattingen buitelen over elkaar. Een expert kan hier helpen de opvattingen scherper en relevanter te krijgen. Wie stel ik voor?
Ingrid Robeyns is een goede keuze. Het is maar een voorstel. Ik weet niet hoe goed zij is ingevoerd in de typische fixus-problematiek, maar daar halen we andere experts voor binnen. Ik ontmoette Ingrid bij deze oploop over decentrale selectie http://www.benwilbrink.nl/projecten/loten_nf.htm#KNAW_2013 (sprekers). Zij is hoogleraar ethiek van instituties. Leerlinge van Amartya Sen. Haar bijdrage: ‘Kan loting tot een rechtvaardige allocatie leiden?’ De KNAW is niet zo behulpzaam geweest de seminar-bijdragen op de website te laten staan. Maar zie, wayback machine: https://web.archive.org/web/20220223154134/https://www.knaw.nl/shared/resources/actueel/bestanden/130916lotingRobeynsIngrid
Ingrid Robyns wordt wel voor meer belangrijke klussen gevraagd, het is de vraag of zij beschikbaar is. Maar dat is geen probleem hoor, zij kan zeker doorverwijzen naar collega’s die even goed zijn.
Zo zijn er nog een stuk of wat specialismen bijeen te brengen, zo doe je dat dus.
Ik noem opzettelijk een burgerberaad, en (een multidisciplinair team van) experts als nadrukkelijk onderscheiden van elkaar. De experts lichten in en voor, het burgerberaad doet de politieke besluitvorming. In ministeriële commissies loopt het door elkaar wie expert, en wie belanghebbende is. Dat was zo bij de Commissie Drenth in 1997. Drenth was expert, de commissie was verder samengesteld uit mensen uit het onderwijsveld. De commissie liet zich voorlichten via onderzoekopdrachten. Zo’n commissie heeft grote moeite om de bijdrage van experts te begrijpen, en dat begrijp ik op mijn beurt ook heel goed. Een kundige voorzitter (in dit geval zowel inhoudelijk expert als oud voorzitter van de KNAW) heeft het er ook moeilijk mee. Adviezen van commissies neem ik altijd met de nodige korrels zout.
Enkele verder benodigde disciplines/experts die heel erg voor de hand liggen: onderwijsrecht; wetgevingsjurist; bestuursrecht; selectiepsychologie (Standards, Cotan); beoordelen (Hofstee 1999); onderwijsonderzoek (mogelijk meerdere subdisciplines); o ja, en dossierkennis vanaf 1965.
En hier moet ik het maar bij laten. Voor vragen en toelichting ben ik altijd beschikbaar.
Voor mijn vrienden die geen Nederlands lezen;
Dutch lottery in higher ed admissions. The best description available in English is the book by Conall Boyle (2010): Lotteries for Education. Origins, Experiences, Lessons. Imprint Academic. online/open access http://conallboyle.com/lottery/2010LotteriesforEducation.pdf The Dutch parliament (Lower House) wants to add lotteries to the toolbox of instruments for selection into those studies that have a strictly limited number of slots available: numerus clausus studies (esp. medicinal studies). That is remarkable: lotteries were forbidden since 2017. More info: https://benwilbrink.nl/projecten/lottery.htm
Pingback: Een behoorlijk debat over toelating tot fixusstudies: hoe doen we dat? | Fair schooling & assessment