https://benwilbrink.nl/huisman.koppenol.jpeg
Afbeelding: Anneke Huisman & Johan Koppenol (1991). Daer compt de Lotery met trommels en trompetten! Loterijen in de Nederlanden tot 1726. Uitgeverij Verloren
Szirmai en Groenman, 1971
NRC Handelsblad 28 september 1971
Vooraf, bw
- Hierbij aantekeningen en cruciale passages uit twee artikelen. Het eerste is een samenvatting van een artikel in het Juristenblad door Szirmai, het tweede een reactie daarop van de rector van de RU Utrecht. Wat voor mij cruciaal is: informatie over wat er speelt bij de beperking van toelating tot practica en/of studies. Szirmai is het daarbij te doen om wat de wet zegt. Groenman geeft aan dat de men bij sommige studies echt met de rug tegen de muur staat en dus maatregelen als wachtlijsten of loten moet nemen. Loten bij de toelating tot universitaire studies komt in 1971 op beperkte schaal locaal voor. Het is inzoverre niet iets bijzonders, dat loten bij de toelating tot opleidingen in het hbo een gebruikelijke vorm van aantalsbeperking is, naast andere vormen van selectie.Over geitenpaadjes in de wet die uitgelote studenten zouden kunnen benutten om toelating af te dwingen: bestuursjurist Peter Nicolai stond studenten in 1974 hierin bij, ASVA, als ik mij goed herinner
Szirmai, Z. (september 1971). Wachtlijsten. Nederlands Juristenblad, 4-9-1971. Een samenvatting hiervan verscheen op 15 september in NRC Handelsblad Delpher
Prof. dr. Z. Szirmai betwijfelt rechtsgeldigheid van wachtlijsten universiteiten
Wet verzekert studievrijheid
VAN SPAANDONK
Den Haag, 15 sept. (….) Een studentenstop bij de medische faculteit in Leiden leidde in 1968 tot een kort geding. De uitspraak was dat het aantal studenten niet via een vergelijkend examen mag worden afgestemd op het aantal beschikbare plaatsen. Niet in strijd met de wet, aldus het vonnis, is de gegadigden op een wachtlijst te plaatsen.(….) Het is opvallend, dat in het kort geding de wettelijke bepalingen, die de grondslag uitmaakt van het recht om aan het onderwijs deel te nemen, niet genoemd is. (….)
Voor de medische faculteit is de kwestie van de wachtlijsten inmiddels wettelijk geregeld. Als hiervoor een wet nodig was, volgt hieruit dat men in andere faculteiten niet met een administratieve maatregel kan volstaan. Met een beroep op overmacht moet men heel voorzichtig zijn, zo vervolgt het artikel. Degenen, die een beperkende beslissing nemen, moeten alle typen beperkende maatregelen onderzoeken, die zonder schending van de wet toegepast zouden kunnen worden. Men dient alleen maatregelen toe te passen, die geen of de minste beperking van de studievrijheid inhouden. (….)Men zou al deze zaken niet kunnen overlaten aan de faculteiten en curatoren. Er ligt hier een taak voor de rechter, die met het oog op de eisen van behoorlijk bestuur erover moet waken, dat bevoegdheden van grondrechtelijk karakter zo min mogelijk gekwetst worden.
(….)
Het artikel van prof. Szirmai lijkt de strekking te hebben dat de kwestie van de wachtlijsten opnieuw voor de rechter zou moeten komen. Hierop gaat de woordvoerder van het departement echter niet in. Hij kan ook nog geen antwoord geven op de vraag hoe een (ongeschreven) [sic] student in feite toelating tot het onderwijs zou kunnen afdwingen.
Groenman, Sj. (28 september 1971). Overmacht rechtvaardigt studierem. Utrechts rector magnificus prof. Groenman antwoordt prof. Szirmai. NRC Handelsblad Delpher
De rector magnificus van de universiteit van Utrecht, prof. dr. Sj. Groenman reageert in bijgaand artikel op een samenvatting van een artikel van prof. dr. Z. Szirmai in het Nederlands Juristenblad zoals verschenen in NRC-Handelsblad van 15 september j.l. Prof. Szirmai stelt daar de vraag of wat hij studentenstop noemt niet in strijd is met de bestaande wetgeving. (….)
Dat het recht tot inschrijving als student recht geeft op het volgen van onderwijs is ook naar het oordeel van het departement geen onaantastbare zaak.
In eerste instantie lijkt het wettelijk eenvoudig te liggen, omdat volgens de Wet op het Wetenschappelijk Onderwijs de ischrijving wèl het recht op onderwijs zou impliceren (art. 77 lid 1). Art. 4 perkt echter dit recht in. Het recht zou slechts kunnen worden geëffectueerd voorzover, naar het oordeel van curatoren, de aard of het belang van het onderwijs of van de inrichting zich daartegen niet verzet (art. 77 lid 4). Hoewel hier duidelijke vingerwijzing ligt laat ik dit punt hier rusten.(….)
Hierbij kan nog worden aangetekend, dat de intensieve onderwijsmethoden ouder zijn dan men doorgaans denkt. Alleen was de organisatie ervan anders. Vroeger kende men repetitoren, die buiten de universitaire staf opereerden. Vele bekende Nederlanders hebben na het beëindigen van hun studie een tijd lang hun brood verdiend met het beroep van repetitor. Deze situatie is inmiddels grondig veranderd. De vroegere repetitoren – betaalbaar alleen voor de bemiddelde student – zijn nu in de universiteit als wetenschappelijke medewerkers geïncorporeerd.(….)
De minister signaleert voor Utrecht beperkende maatregelen in de diergeneeskunde, de rechtsgeleerdheid, de pedagogiek, de androgogiek, het Nederlands en de geschiedenis. Ik zal ze stuk voor stuk behandelen.
Bij de diergeneeskunde heeft men zich al enige maanden voor de grote vakantie kunnen aanmelden. Er is inderdaad voor het beperkte aantal plaatsen geloot. (….)
Bij de rechtsgeleerdheid en de geschiedenis heeft men een scheiding gemaakt tussen studenten die het intensieve onderwijs kunnen volgen (hetzij op basis van “wie het eerst kwam het eerst mag malen”, hetzij op basis van loting) èn studenten die aangewezen zijn op hoorcolleges. (….)Bij de pedagogiek is het aantal zg. uitgelotenen gering (19). Getracht wordt hiervoor een oplossing te vinden. Bij het Nederlands gaat het om ruim 10 studenten, die evenwel aan andere universiteiten, waar de toeloop veel geringer was, gemakkelijk kunnen worden geplaatst.(….)
Vandaar ook dat de Utrechtse Senatus Contractus (de kleine, frequent bijeenkomende Senaat) de brief van de minister voor kennisgeving heeft aangenomen.(….)
Nu is het zo, dat een nieuwe studierichting, die haar vorm nog moet vinden, met kleine aantallen studenten moet beginnen. Dit beginsel is ook toegepast bij de inrichting van een nieuwe sub-faculteit voor psychologie in Tilburg, bij de medische opleiding in Rotterdam (met numerus fixus), bij de Technische Hogeschool Twente. (….)
In het artikel in de NRC/Handelsblad van 15 september jl. worden op gezag van prof. Szirmai allerlei maatregelen genoemd als parallelle voordrachten, het geven van leer- en examenbevoegdheden e.d. In alle eerbied gezegd: zij slaan als een tang op een varken.(….)
Het verhaal is nog niet helemaal compleet, omdat er plaatsingscommissies zijn voor de medicijnen, de tandheelkunde, de biologie en de psychologie. (….)
In het licht van het voorgaande is wellicht begrijpelijker geworden waarom op dit moment de Utrechtse universiteit het ongedaan maken van beperkende maatregelen niet voor haar verantwoordelijkheid kan nemen.
Pingback: Toegankelijkheid van studies met een capaciteitsfixus 1. probleemschets | Fair schooling & assessment