Pun intended.
Tijden van bezinning. Voor mij is nu wel het moment aangebroken om de rommel van Freudenthal en Treffers, het realistisch rekenen, achter me te laten. Die komt via het Wereld Wiskunde Fonds weer in roulatie, voor wie geschiedenis van ons recente rekenonderwijs wil schrijven.
Het Wereld Wiskunde Fonds is een goudmijn voor wie zich wat intensiever in wil lezen in wiskundeonderwijs van hier en elders, van nu en vroeger, en daar een bibliotheekje over wil vormen: een boekenveiling waarvan de baten ten goede komen aan ontwikkelingsdoelen 3e wereld. https://nvvw.nl/werkgroepen/wereldwiskunde-fonds/
Het realistisch rekenen (en wiskunde) is een typisch Nederlandse vorm van wat overigens een wereldwijde hervormingsbeweging van wiskundeonderwijs is. Het gaat om een ideologie (het constructivisme) die met de rug naar de wetenschap staat: er valt geen discussie mee te voeren.
Zie op deze debat-pagina http://www.benwilbrink.nl/projecten/debat.htm bv. de aanvaring van Adri Treffers met Wim van der Linden en Michel Zwarts, en je hebt een antwoord.
Ik heb er eigenlijk alles al over gezegd in een serie rekenblogs in 2011, ook de tijd dat de #rekentoets vorm begon te krijgen onder dominante invloed van realistisch rekenaars. Zie hier voor deze rekenblogs, met werkende links naar de site van BON: http://www.benwilbrink.nl/sitemap.htm#rekenblogs
O ja: die #rekentoets is een razend interessant en buitengewoon omvangrijk (kosten: een half miljard) onderwijsexperiment geweest. Een belangrijk deelvan de onderwijsverzorgingsstructuur (SLO, Cito, CvTE) was erbij betrokken, en faalde jammerlijk. Geen haan kraait ernaar? $%#!(&*
De ramp van de rekentoets: ieder weldenkend mens kan toch eenvoudig zien hoe verantwoordelijke expertisecentra hier dramatisch faalden?
O wacht, het was een experiment zonder onderzoekers: er komt niet vanzelf wel eens een evaluatie uit de pijplijn rollen. Ik begrijp absoluut niet waarom de onderwijscommissie van de TK op dit dossier al heel lang in winterslaap is. SLO, Cito en CvTE zijn brokkenpiloten gebleken.
Daarom moet ik voor mijzelf dit dossier maar eens sluiten. Dat realistisch rekenen is een dossier waar ik acuut depressief van kan raken, ik draag het graag over aan sterkere geesten.
==========================================================================
En de rekentoets?
Er is politiek ook iets afgesloten, op 21 april: de rekentoets. Althans, de rekentoets als onderdeel van centrale examens
https://www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/details?id=2020A01675
Het is moeilijk te geloven, maar echt waar: de rekentoets in het CE is mislukt. De minister stelt voor om scholen dan zelf maar rekentoetsen te laten maken en afnemen in het SE. SLO helpt (maar is zelf schuldig).
Laat ik het ook anders zeggen: de minister heeft geen flauw idee waarom de rekentoets mislukt is, maar weet toch precies wat er bij afschaffen moet gebeuren: hetzelfde type rekentoets dan maar laten maken door scholen zelf, ipv door het Cito, in het schoolonderzoek af te nemen.
Dat de minister niet weet en niet heeft laten onderzoeken waarom de #rekentoets is mislukt mag verbazen, maar dat is gewoon zo. Een paar commissies van de minister kwamen er ook niet uit. Waarom is dat zo? Mijn vermoeden: de instituties (SLO, Cito, CvTE) lobbyen Den Haag plat.
En toen ging dit Algemeen Overleg, en daarmee het #rekentoets-debat, als een nachtkaars uit. Ik ben verbijsterd, moet ik zeggen. Er komt maar geen eind aan de reken-ellende in ons onderwijs. https://benwilbrink.wordpress.com/2020/04/
Waarom hebben we geen ‘RIVM’ voor het onderwijs? Zijn we een achterlijk land, of zo?
Ik ben benieuwd hoe in Frankrijk een dergelijke commissie opereert (een soort WRR specifiek voor het onderwijs) met Stanislas Dehaene als voorzitter.
https://www.education.gouv.fr/le-conseil-scientifique-de-l-education-nationale-au-service-de-la-communaute-educative-9782
============================================================================
Weg met mijn boekenplanken realistisch rekenenen.
Je neemt die boeken dan toch nog een keer in handen, bladert er nog eens doorheen, leest hier en daar wat. Voor curriculum_nu wilde ik me nog eens een beeld vormen van de Freudenthalse beweging. Daar wordt een mens niet vrolijk van, vandaar uiteindelijk een drastisch besluit om (vrijwel) alles op te ruimen.
Waar zit hem dan de treurnis in? Het verpletterende amateurisme dat maakt dat het vrijwel onmogelijk is om op basis van psychologie kritische analyses van werk uit de school van Freudenthal te maken. Sectarisme is sectarisme, en dan ben je snel uitgepraat. Gelovigen in het woord van Freudenthal, hoe kom je daarmee in vruchtbaar gesprek? Het amateurisme druipt al die proefschriften uit: eindeloze beweringen en idiosyncratische waarnemingen uit rekenklassen, wat moeten we daarmee? Dat amateurisme heeft ook een naam: het heet ‘ontwikkelingsonderzoek‘. Dat is dus geen onderzoek, en het ontwikkelt niet. Jan van den Akker heeft er veel over gepubliceerd, over ontwikkelingsonderzoek als methode. Ik heb Jan maar een keer mogen ontmoeten, in Enschede. Korte uitwisseling over ontwikkelingsonderzoek: ‘zoals jij het beschrijft, Jan, kan het best werken, maar in de praktijk zie ik dat er verschrikkelijk mee wordt geprutst, zie bijvoorbeeld het laatste hoofdstuk in het proefschrift van Koeno Gravemeijer.’ Daar was Jan van den Akker het wel mee eens. Kijk, psychologen onderling (Van den Akker had ook bij Carel van Parreren gestudeerd, in Utrecht) kunnen het over dit soort zaken in heel erg korte tijd eens worden. En dat lukt mij nou nooit met aanhangers van realistisch rekenen. Die aanhangers zijn gelovigen, ongevoelig voor argumenten die berusten op wetenschappelijke methodologie. En dat straalt je tegemoet op iedere bladzijde literatuur uit de reken- en wiskundeschool van Freudenthal. En ook uit het werk van Freudenthal zelf, overigens. Freudenthal geloofde sterk in zichzelf en kon daarover dikke boeken vol schrijven (uitgegeven door Reidel waar Freudenthal uitstekende contacten mee had). Nee, ik heb het dan niet over zijn wiskundige publicaties; hij was briljant wiskundige. Die Reidel-boeken van Freudenthal gaan nu dus ook de deur uit, ik kan er werkelijk helemaal niets mee. Sterker: waar hij helemaal los gaat op broddelwerk dat door psychologen zou worden geleverd, word ik lichamelijk beroerd van zijn scheldpartijen. Zelden noemt hij man en paard, waarmee hij het effectief onmogelijk maakt om een antwoord op die scheldpartijen te formuleren. In deze zin vind ik het werk van Hans Feudenthal zelf wel het absolute dieptepunt in de geschiedenis van de sekte van realistisch rekenaars (waar overigens ook de realistische wiskundetak van Jan de Lange bij hoort).
Ik ben blij dat ik er nu vanaf ben.